Spelen op een bed

Gisteren zijn we op bezoek geweest bij m’n vriendin Anita. Heel prettig was dat zij van tevoren had gevraagd “hoe om te gaan met Laurise”. Het enige dat we hadden afgesproken was dat er geen lichamelijk contact mocht zijn, behoudens het handje geven na mijn “commando”. Laurise kreeg een doosje met vier puzzels, oplopend in moeilijkheidsgraad. Dergelijke puzzels heeft Laurise thuis ook en ik was benieuwd of ze deze nieuwe puzzels ook kon maken. In no-time had ze de puzzels gelegd! Onze complimenten!
Later gaf Anita aan dat het niet zo eenvoudig was om Laurise NIET te knuffelen. Ik had al gemerkt dat Laurise veel charmes in de strijd had gegooid om het voor Anita nog moeilijker te maken. Na een paar gezellige uurtjes zijn we weer huiswaarts gekeerd en viel Laurise in de auto snel in slaap.

’s Avonds gingen we met z’n allen naar Ikea. We liepen door Kinderland en Laurise vond al die bedden wel grappig/herkenbaar. Ik zei uit de grap “nou Laurise, welterusten!” en we liepen langzaam verder. Toen we ons na een bocht omdraaiden, was Laurise niet in beeld. Een beetje ongerust liep ik terug om Laurise te zoeken en wat schetste mijn verbazing? Mevrouw had doodleuk haar schoenen uitgetrokken en was vrolijk aan het spelen op een bed! Aan de ene kant vonden we deze actie wel grappig, misschien ook wel logisch omdat ik welterusten had gezegd, maar aan de andere kant waren we er een beetje van geschrokken dat ze ons totaal niet bleek te missen. We hebben geprobeerd het uit te leggen (ongerust, zoeken, bij ons blijven), maar we twijfelen of de boodschap is overgekomen.

Opdracht

In verband met een afspraak met twee ex-collega’s (en hun kids) zijn Laurise en ik vandaag naar het strand gegaan. Het was stralend mooi weer op de Strandweg 1. Laurise was niet erg in haar hum en keek timide toe naar het strandgebeuren (met haar rug naar het gezelschap). Op een gegeven moment hoorde ik een ex-collega tegen Laurise zeggen dat ze haar schoenen best mocht uitdoen, waarop Laurise aan de slag ging. Ze had één schoen uit, toen ik inbrak met de mededeling dat we dat niet gingen doen. Laurise trok de schoen weer aan en bleef weer stoïcijns voor haar uit staren. Gelukkig vroeg de betreffende ex-collega waarom ik dat had gezegd. Ik besef dat het een onschuldige vraag/opmerking lijkt, maar niemand dan Paul of ik mag Laurise de opdracht geven iets uit te doen. Laurise kent immers deze vrouw niet, dus moet ze eerst aan Paul of mij vragen of de “opdracht” ok is. De ex-collega reageerde begripvol en ik kan begrijpen dat er niet wordt stil gestaan bij de impact van een ogenschijnlijke onbelangrijke vraag/mededeling. Na de lunch was Laurise ontdooid en wilde ze gaan spelen. Helaas was voor ons de tijd aangebroken weer huiswaarts te keren om Wessel uit te laten.

’s Avonds zijn we naar het Stadsdeelkantoor gegaan om daar een begin te maken van het omzetten van de adoptie naar Nederlands recht (lees: de laatste stap om bij allerlei gemeenten – waar we getrouwd zijn, waar de kids geboren zijn, waar wij geboren zijn enz. – formulieren te vergaren… bléhh!). Gelukkig hebben we van de advocaat een overzicht gekregen van wat we allemaal aan documenten nodig hebben, maar onze hobby zal het nooit worden.

“lijntje”

Vrijdag heb ik een heel leerzaam gesprek gehad met een man die ik misschien maar twee keer in het jaar zie, maar met wie ik een zeldzaam “lijntje” voel. Hij is integer, iemand die ik vertrouw, bij wie ik mezelf ben, die kan luisteren en mij feedback geeft zonder te oordelen, die mij vragen stelt die er toe doen en dingen kan plaatsen in een bepaalde context, bijvoorbeeld mijn verleden, mijn opvoeding. Het was een zeer verhelderend, waardevol en belangrijk gesprek over Laurise en mij. Ik gun iedereen zo’n persoon als je dreigt vast te lopen (op een aspect) in je leven. En zoals je wel vaker hoort, liggen de antwoorden al in jezelf en is het resultaat vaak een bevestiging van wat je al wist.

Gisteren scheen niet alleen buiten de zon, maar was Laurise ook het zonnetje in huis! Ik haalde haar tussen de middag op uit school (zoals elke maandag). De leerlingen waren verlaat, omdat ze naar een musical hadden gekeken. Laurise kon het niet navertellen. Buiten vroeg ze me waar haar tas was. Ik had al naar haar tas gezocht, maar niet gevonden. Achterop de fiets at ze een stukje appel en toen we thuis kwamen en ik een boterham ging klaarmaken, legde ze me uit dat papa al brood had gemaakt voor school. Ik vond het pretty cool dat ze a. zich iets van vanmorgen kon herinneren b. aangaf dat er iets niet klopte en c. het zo goed kon verwoorden!

Ze daagde me uit door me een tik op m’n billen te geven, waarna ik “pardon?” zei en haar achterna rende. Dat moest zeker tien keer herhaald worden… We hebben gedanst op muziek en ik heb haar opgetild om rondjes te draaien tot we dronken werden en na een time-out liet ik haar tussen m’n benen schommelen en tilde ik haar weer hoger op om de Weense Wals te dansen. Later op de dag heeft ze nog twee keer aangegeven “leuk, hxe8 mam, dansen”. Toen ze ’s middags vroeg of de TV aanmocht en ik “nee, het is mooi weer” zei, keek ze even sip met een gemompelde “aah”, maar toonde in de tuin volop initiatief om iets te ondernemen. Toen we Wessel gingen uitlaten, gingen de kids mee op hun fiets. Laurise had al een lange tijd niet meer op haar “grote” fiets gefietst en ze had moeite om vooruit te komen. Toen ik Wessel weer binnen bracht, moest Laurise van mij nog even verder oefenen. Ik ging er naast lopen, gaf een duwtje en aanwijzingen en voor ik het wist fietste ze harder dan ik met mijn conditie kon bijhouden. Ze gilde het uit van de pret. Ook dat herhaalde ze later nog een keer “leuk hxe8 mam, fietsen. Laurise snel .. zo” en ze deed met haar handen na hoe snel ze met haar voeten/benen kon trappen.

Gisteren gaf Laurise voor het eerst een reden toen ik haar een “waarom?-vraag” stelde. De hemel inprijzen was eigenlijk nog te dichtbij. Ik vond het helemaal super!

Of zondag toen ze een pennywafel kreeg en later terugkwam met de vraag “Mag ik er nog één?”
Of het feit dat ze spullen in haar kamer niet direct terug legt of haar schoenen in de garage niet netjes terugzet. Ook die dingen heb ik als positief ervaren!!

Mag ik ook … pannenkoek met kaas?

Wanneer de jongens hun vraag in een mededeling verpakken en ik niet in actie kom, krijg ik meestal commentaar. Mijn reactie hierop is dan ook steevast “dat is een mededeling, geen vraag”. Het zal wel aan mijn eigen opvoeding liggen dat ik zwaar allergisch ben geworden voor verpakte boodschappen, verborgen antennes en onduidelijke communicatie. Zeg gewoon wat je wilt en we kunnen erover praten.
Terug naar Laurise. Laurise heeft er moeite mee om iets aan te geven, zeggen wat ze wilt of ze geeft geen antwoord. Ik probeer haar te laten inzien wat hiervan de consequenties kunnen zijn.

Voorbeeld 1: Bij de bakker

Tristan: “Mama, mag ik iets uitkiezen bij de bakker?”
Ik: “Ja, dat is goed. Wat wil je hebben?”
Tristan: “Zo’n kaasstengel.”
Ik: “Ok.”
Dion: “Mama, mag ik ook een kaasstengel?”
Ik: “Ja, dat is goed.”
Laurise: .. (Kijkt alleen en zegt niets.)
Ik koop brood, twee kaasstengels en een broodje voor mezelf. Buiten krijgen de jongens hun kaasstengel en kijkt Laurise zeer verontwaardigd.
Ik: “Wat kijk je verontwaardigd, had je deze (wijzend) ook willen hebben?”
Laurise: “Ja, mama.”
Ik: “Dan had je dat moeten vragen bij de bakker, Laurise, maar je vroeg niets. Laurise niet vragen? Dan krijg je het ook niet.”
Op de terugweg heb ik mijn broodje met haar gedeeld.

Voorbeeld 2: Pannenkoeken eten

Ik: “Wat voor pannenkoek willen jullie? Met kaas, met worst of met suiker of stroop?”
Tristan: “Met kaas.”
Dion: “Ik ook met kaas.”
Laurise: ..

Ik bak vervolgens de twee pannenkoeken met kaas, geef ze aan de jongens en ik maak intussen nog een pannenkoek. Laurise legt wat spulletjes opzij als ik met het bord kom aanlopen, maar in plaats van dat ik het bord voor haar neus zet, loop ik door en ga ik op mijn eigen stoel zitten en eet ik de pannenkoek op.
Laurise kijkt zeer verontwaardigd naar het eettafereel, ik kijk haar aan, stop met eten en ik herhaal wat ik had gevraagd, waarop ze geen antwoord had gegeven. “Laurise geen antwoord geven? Dan ook geen pannenkoek.”
Ik at verder toen Laurise vroeg “Mag ik ook … pannenkoek met kaas?”
Ik: “Ja natuurlijk, maar ik ga eerst mijn pannenkoek opeten, dus nu moet je even wachten.”

Natuurlijk kan ik de verkapte vraag van de jongens vinden als ze iets mededelen, kan ik bedenken wat Laurise eigenlijk wil en is het niet altijd conform bovenstaande. Ik stel ook andere vragen of ik deel iets anders mee, maar ik geloof erin dat het straks 20 jaar therapie of cursusgeld scheelt als ze nu leren wat de consequenties kunnen zijn van hun gekozen insteek in een gesprek. “Wat wil je bereiken met je vraag?” “Wat is je doel van dit gesprek?” Ik vraag het niet op deze manier, maar het is wel de essentie die ik belangrijk vind.

6-weken-gesprek

Inmiddels heb ik het “6-weken-gesprek” gehad met een van de juffen van Laurise. De insteek van het gesprek was “hoe gaat het met Laurise op school?” (en niet zozeer het bespreken van het cognitieve aspect; dus betreffende het kennen). De juf was vol lof. Laurise is vrolijk in de klas, doet met alles mee, ze “ligt goed in de groep” en beide juffen vinden het leuk Laurise in hun groep te hebben. In de tekeningen heeft Laurise zich verder ontwikkeld en is ze niet blijven steken bij het tekenen van alleen maar zonnetjes.

Ook al was het niet de bedoeling van dit gesprek, ik vroeg toch aan de juf hoe Laurise reageert als ze ergens over moet nadenken. Dat bleek nog niet echt aan de orde, omdat er meer kinderen in de groep zijn die nog niet overal met iets meedoen. Zo is er bijvoorbeeld een deel in de week aandacht voor voorbereidend rekenen en voorbereidend taal, maar bepaalde kinderen (waaronder Laurise) mogen dit nog overslaan en gaan dan wat anders doen. Het is tot de zomervakantie de bedoeling dat de nieuwe kinderen graag naar school gaan en het daar vooral leuk vinden. In september wordt het voor Laurise iets serieuzer aangepakt en wordt haar ontwikkeling meer op de voet gevolgd door haar werkjes te geven die in moeilijkheidsgraad gaan oplopen.
De juf was heel erg benieuwd hoe de taalontwikkeling van Laurise in september is gevorderd. Eén-op-één-gesprekken gaan namelijk redelijk goed, maar de gesprekken in de kring zijn voor Laurise nog moeilijk te volgen/begrijpen. Er ontgaat haar nog veel. De bedoeling is dat na de zomervakantie het taalniveau zo goed als gelijk moet komen met de andere kinderen. Zonder deze basis is het namelijk moeilijk steeds een beetje meer de aangeboden leerstof eigen te maken.

Ik heb de juf verteld hoe onze ervaringen met Laurise thuis zijn (niet zo vrolijk, afwachtend, etc.) en dat wij het idee hebben dat haar taalontwikkeling momenteel stil lijkt te staan en wat ze zegt vaak te onzeker wordt uitgesproken (dus met kiezen bijna op elkaar). Dat ik Laurise vaak moet corrigeren (ze lijkt soms Utrechts te praten.. dus bijv. paahken i.p.v. pakken) of haar moet aanmoedigen beter te articuleren of om überhaupt iets te laten zeggen danwel dat ze een vraag beantwoordt. Ook heb ik verteld dat ze zoveel woorden weer vergeet en dat wij proberen aandacht te schenken aan 3 nieuwe woorden per dag (en die van gisteren en eergisteren herhaald worden). Zaken die ze direct kan benoemen, komen in de herhalingscyclus dan niet meer voor.

Natuurlijk kunnen we medelijden met haar hebben en denken dat er zoveel op haar afkomt. Dat laatste is gewoon een feit. Het nadeel van haar 4-jarige leeftijd is echter dat ze niet veel tijd heeft om bepaalde dingen (zoals de taal) op haar gemak eigen kan maken. We leven nu eenmaal in een prestatiegerichte maatschappij en we willen niet dat ze om verkeerde redenen in het speciaal onderwijs terecht gaat komen. Ons medelijden zal haar ontwikkeling niet op een hoger plan brengen, dus vinden we het belangrijker dat ze bijvoorbeeld geen jurk zegt tegen een rok, dat ze weet dat niet alle worst “ham” heet en dat ze een bruine en witte boterham kan benoemen.

Sjonge, dat is nog maar één aspect ..

Rijstewafel

Tussen de middag haalde ik Laurise op van school om thuis een boterham te gaan eten. De boterhammen waren al kant en klaar in haar lunchbox, omdat Paul zich vanmorgen had vergist. Toen Laurise de box had geopend waren de boterhammen door elkaar geschud. Ik zag dat Paul had bedoeld een bruine boterham met worst en een witte boterham met “plakkies” (is nieuw van Venz). Laurise snapte er geen bal van en ik ordende haar boterhammen. Toen ik tegen Laurise zei dat ze moest opschieten (net als op school) ging het licht uit. Ze ging nog langzamer eten en hoe meer ik zei “Laurise schiet nou op, straks komen we te laat op school” hoe meer vertraging dit opleverde. Om 5 voor 1 had ze nog haar beker melk staan, moest ze nog naar het toilet en vervolgens haar jas aandoen. (Om 1 uur worden we terug verwacht.) Na 10 minuten was Laurise eindelijk van de wc en zei ik tegen haar dat we al te laat waren en dat ze haar jas moest pakken.
Ze ging haar jas niet halen, waarop ik zei “Laurise, alle kindjes zitten al in de klas, dus we zijn te laat. We gaan niet terug naar school. Je hoeft je jas niet meer aan te doen. Ga maar naar de kamer.” Ik legde haar – eigenlijk voor de grap – op de bank. “Wil je soms slapen? Ben je moe?”
Maar heel serieus kreeg ik het antwoord: “Ja, mama”.
“Dan moet je zeggen: “Mama ik ben moe, ik wil eigenlijk slapen.” Ze lag nog geen tel op de bank in haar slaaphouding of ze was vertrokken naar dromenland. Toen ik haar een uur later wakker wilde maken om de jongens uit school te halen, werd ze uit haarzelf wakker. Het korte slaapje had haar goed gedaan. Ze was weer vrolijk, vroeg weer van alles en rende stukjes naar school.

Uit school gekomen, gingen we direct door naar de supermarkt. Op de terugweg aten we allemaal een rijstewafel. Onderweg oefenden we het woord. “Laurise, dit is een rijstewafel.” Een paar stappen verder.. hoe heet deze ook alweer?” Ze ging heel moeilijk kijken, maar ze zei niets. “Laurise, antwoord geven. Hoe heet deze?” Na lang aarzelen “weet ik niet meer”. Ik herhaalde het nogmaals en weer een paar stappen verder “En .. hoe heet deze?” Laurise keek weer moeilijk, dacht na en zei “navel”. De jongens kwamen niet meer bij en ik moest ook een lach onderdrukken, maar ik zei dat ze haar niet mochten uitlachen. Ik wees haar aan waar haar navel zit. “Niet goed. Rijstewafel”. Laurise zei het na. Aan het einde van de straat vroeg ik het voor de laatste keer en weer kwam het antwoord “navel”. “Nee Laurise, r i j s t e w a f e l; je navel zit hier, weet je nog?”

Toen we weer thuis waren vroeg Laurise aan mij of ze met Tristan mocht spelen. “Dat moet je aan Tristan vragen, schat.” Laurise vroeg vervolgens aan Tristan “Mag ik naar jou spelen?” Waarop Tristan haar verbeterde, voordat hij haar meenam naar boven. Na een kwartier had Tristan z’n aandacht voor Laurise verloren, waardoor Laurise er weer verloren bij stond. Ze keek naar de knikkerbaan die Tristan had gemaakt, maar deed er niets mee. Ik zei dat ze naar boven moest gaan om iets anders uit te kiezen, waar Laurise zin in had. Ze kwam terug met haar plastic theepot, waarin allerlei kleine bordjes, bestek en plastic eetgerei zijn opgeborgen. Stuk voor stuk haalt ze ze uit de theepot (kiepert de inhoud dus niet om) en stalt het uit. Verder ging het “spel” niet.

Laurise vindt het leuk om op het aanrecht te zitten en te kijken naar het eten koken. Laurise mag van mij dingen in de sla bijvoorbeeld doen en ze vindt het leuk om daarbij te helpen. Gisteren waren Paul en ik in de keuken bezig en Laurise zat wederom op het aanrecht. Er was voor haar niet veel te doen, dus gingen we 3 woordjes oefenen (gehakt, kaars, kaasschaaf). De woorden werden een paar keer herhaald, maar alleen kaars bleef “hangen”. Ze hield het snel voor gezien en wilde van het aanrecht af. Ze vond het zichtbaar niet leuk dat ze “aan het werk was gezet”, omdat het – zoals bekend inmiddels – een behoorlijke inspanning van haar vergt. Wij gaan er echter van uit, dat praten alleen mogelijk is en makkelijker voor haar wordt als ze haar woordenschat uitbreidt.

Gisteren nam Paul Laurise voor een paar uurtjes mee naar het strand. Toen we ’s avonds aan tafel zaten te eten, stelde ik voor dat Laurise moest vertellen waar ze was geweest. Dion en Tristan wisten dat namelijk niet en oefenen in het navertellen vind ik belangrijk. Het was eigenlijk voor het eerst dat Laurise – na lang aarzelen – haar mond open heeft gedaan tijdens het eten. We vonden het allemaal heel leuk hoe ze haar verhaal uiteindelijk heeft gebracht. Grappig was dat ze zei dat ze geld had gevonden op het strand, maar ze bleek schelp te bedoelen.