Goed en slecht nieuws

Het goede nieuws is natuurlijk dat wij dit jaar voor het eerst de verjaardag van Laurise met elkaar konden vieren! Daarover straks meer.

Het slechte nieuws kwam via de post van Wereldkinderen. Wereldkinderen en Maison de l’Ésperance zijn overeengekomen de interlandelijke adopties vanuit Haïti te beëindigen. Voor de in het tehuis aanwezige kinderen zijn weliswaar adoptieouders gevonden, maar het tehuis zal geen nieuwe kinderen meer opnemen en daar maar we ons heel veel zorgen om. Al die (meestal) moeders die vanaf gisteren tevergeefs aan de deur kloppen.. Afschuwelijk! Wat zal er met die kinderen dan gebeuren? Zouden ze terecht kunnen in het tehuis God’s Little Angels?
Het bleek noodzakelijk om deze maatregel te nemen, omdat de wachttijd om politieke en juridische redenen alleen maar meer toeneemt. De gemiddelde wachttijd is opgelopen van 1 jaar tot 3 jaar en zo’n lange tijd wordt niet in het belang gezien van alle partijen. Door deze lange wachttijd wordt de procedure in de huidige vorm onbetaalbaar, omdat de kinderen zo lang in het tehuis verzorgd moeten worden. Het zou prima zijn als de kinderen dan landelijk worden geadopteerd, maar de vraag rijst natuurlijk of zij dan een betere toekomst tegemoet gaan.
Voor Laurise betekent deze ontwikkeling dat – wanneer zij ooit de behoefte zou krijgen – niet meer het tehuis zal aantreffen waar ze een paar jaar van haar leven heeft gewoond.

De overgang van de sores in Haïti naar een feestje in Nederland is op papier snel gemaakt; om de afstand naar Haïti te overbruggen ben je wel een dag kwijt, maar het werkelijke leed duurt voor sommige medeburgers levenslang.

Laurise heeft genoten van haar verjaardag; de versierde tafel, de slingers, de ballonnen, de taart, de cadeautjes, de kaarten, de voicemailberichten, het voor haar zingen en iedereen die speciaal voor haar kwam: opa en oma, Jacqueline, Ruud, Lucresa, Frits, Jente, Hidde, Siebe, Kaja, Sandhya, Johan, Ayla, Hinde, Quirijn en later Yvonne en nog een opa en daar snapte ze niks van. Twee opa’s? Maar ze zijn niet dezelfde!

Laurise kan zich nu gaan verkleden als Sinterklaas, Sneeuwwitje of Doornroosje en de hele dag heeft ze rondgelopen met slippertjes op wat hoge hakjes (ze liep er zó mee weg!), een diadeem waar Beatrix jaloers op zou worden en oorbellen waarvoor we ons zeker moeten bijverzekeren. Daarnaast is ze een roze laptop rijker, een verkleedkist, een puzzel die ze kan versieren met glitters, kleding voor het echte leven, armbandjes, strijkkralen (of ik nog niet genoeg had te strijken), schrijfboekje, stickertjes, pen van Iejor, haarband, Mikado met knikkers, babybox van Baby Born, poppenkleertjes, boeken en dan zal ik zeker nog wel wat vergeten zijn.

Kortom: de eerste verjaardag in Nederland was een ontzettend leuke en gezellige dag!

Verkleeddingen

Afgelopen donderdag heeft Laurise haar eerste zwemles gehad. Toen ik vroeg wat er in haar tas zat, zei ze “handdoek en wasbak” :))
Gelukkig was het “kijkdag” en dat betekent dat belangstellenden de laatste 10 minuten van de les mogen kijken. Met design plastic blauwe vuilniszakjes om je schoenen sta je daar dan peentjes te zweten… Laurise is niet meer bang voor water en haar armen bewogen goed in het water, maar het kwartje viel niet dat haar benen ook moesten meedoen om vooruit te kunnen komen. Dus toen ze met een plankje moest zwemmen, keek ze moeilijk toen de een na de ander haar voorbij zwom en zij nog geen meter was opgeschoten. De zeester (10 tellen drijven met armen en benen wijd en hoofd onder water) hield ze vol en ging dus heel goed.

Afgelopen week heeft Laurise gehuild vanwege haar ijskoude handen. Aan handschoenen hadden we nog niet gedacht 🙁 want toen ze in februari aankwam op Schiphol was het gevoelsmatig net zo koud als nu. Ze leek er toen geen last van te hebben. Met het terugzetten van de klok passen we de kledingkasten aan en moeten we voortaan ook denken aan handschoenen.

Laurise begint steeds beter van haar af te bijten. Zo moest Dion vandaag haar spekkie vasthouden “maar niet opeten” meldde ze erbij. En als Tristan haar muts van haar hoofd aftrekt, kijkt ze boos en zegt “hou op daarmee!” Ook komt ze het vaker melden als dergelijke verzoeken niet werken. En – afgekeken van de jongens – legt ze nu ook stiekem wat snoep in het mandje waar we bij de kassa pas achterkomen.

Op school en op de BSO mogen de leerlingen soms verkleed komen. Laurise vindt dat geweldig! Helaas hebben we (nog) geen verkleedkist, dus keek ze bijzonder teleurgesteld toen wat leerlingen als kabouter verkleed waren en zij niet. Gelukkig had de juf nog ergens een kaboutermuts liggen. Ik vind het knap dat bepaalde ouders al die verkleeddingen hebben liggen, ergens vinden of snel maken. Altijd komen er wel leerlingen met de juiste outfit. Ik kom nooit ergens een kaboutermuts tegen en dan nog.. ik kan al die thema’s niet voor zijn. Maar ok, een paar verkleedzaken zouden wel welkom zijn. Moeten we maar voor haar verjaardag vragen (toverstokje, glitterdiadeem, prinsessenjurkje ieuuuh :))
Op de BSO had Laurise tegen de leidster gezegd “ik heb geen mooie jurk”. Dat werd tegengesproken, maar ze mocht wel iets uitzoeken voor het Halloweenfeestje. Nou ben ik nog nooit een heksenjurkje tegengekomen of een heksenhoed in Laurises maat en vind ik een spinneweb op haar wang ook niet echt charmant staan, maar ok kan ook wel op het verlanglijstje voor haar verjaardag in de maat van volgend jaar of zo? Ik geloof dat ik te gierig ben om daar geld aan uit te geven. Het is net als bij moederdag, als de commercie er geen aandacht aan zou besteden, zou ik vergeten dat het Halloween was.

Laurise moest naar bed en ze kwam nog even langs en vroeg “kusje?” Ik vroeg “hoeveel?” “Vijf”
Ik telde op mijn vingers vijf na en vroeg “zoveel?” waarop zij op een vrij hysterische manier begon te lachen. Paul en ik omschrijven het als “aanstellerig/nep/geforceerd”. Ik vroeg aan Paul of hem dat soort lachen ook was opgevallen. Iets van de laatste twee weken of zo. Paul zei toen dat een paar meisjes uit haar klas ook zo lachen. Hij hoorde een meisje in de klas vragen “is dat Toddy de beer?” [dat lachje] “Nee joh! dat is een kabouter!” [en weer dat lachje].

In de auto was er drop en ik zocht in het zakje naar een zacht exemplaar. Ik kwam een dropje tegen in de vorm van twee borsten. Ik liet het – zogenaamd zwaar verontwaardigd – aan de kids op de achterbank zien en ze kwamen niet meer bij. Laurise lachte met het nieuwe lachje. Even later vroeg ze aan mij “mama, heb jij tieten?” Pardon? Dat zijn van die woorden die wij haar nooit hebben geleerd, maar die ze wel feilloos kan onthouden. Hoe zoiets werkt, blijft voor mij een raadsel.