Afgelopen vrijdag is bij Laurise weer een longfoto gemaakt. Een halfjaarlijkse controle en Paul en ik zijn benieuwd wanneer er hier definitief een streep onder wordt gezet.
Laurise vindt het leuk om te tekenen en ze maakt leuke tekeningen: poppetjes met lange benen (koppoters) en het liefst met lang haar. Ze beseft dat papa en mama groter zijn en de kinderen kleiner. Ze tekent dan ook een heel lange papa, een iets kleinere mama en dan drie nog kleinere poppetjes. Over haar geschreven: het haar van Laurise wil maar niet groeien. Ze draagt het liefst 2 staartjes, maar dat lukt bijna niet door de korte lengte. Het voelt daarnaast gortdroog aan en we moeten opnieuw zoeken naar de juiste producten.
Als Laurise niet tekent, kamt ze het haar van een pop.
Zolang de dingen voorspelbaar gaan, is Laurise in haar element. Wanneer ik Laurise uitnodig ergens initiatief in te nemen (bijv. het opscheppen van eten), dan wordt het vaak weer iets lastiger voor haar, ook al heeft ze tig voorbeelden hiervan gehad. Ze moet dan echt aangemoedigd worden om op te scheppen.
Laurise is nog niet leergierig. Vaak weet ze niet wat ze gaat eten, dus oefen ik de woorden met haar aan tafel. De woorden (van 3 tot 5) is ze snel vergeten. “Ik weet het niet” vindt ze moeilijk om te zeggen. Meestal blijft het een tijdlang stil als ik heb gevraagd hoe iets heet. Laurise heeft 2 tassen: een schooltas en een zwemtas. Als ik vraag “hoeveel tassen heb jij?” dan komt ze op 1 tas. Ook als ik vragen stel die in de richting moeten wijzen van de tweede tas, lijkt ze een blackout te hebben.
Op school krijgt Laurise bijles in het leren van woordjes. Op de BSO vinden ze haar taalvorderingen “goed”. Ik heb tijdens een tafeltjesavond van de BSO het contrast besproken. Zelf ga ik mee met de ervaringen op school, omdat ik haar woordenschat ook nog beperkt vind.
Laat ik het zo omschrijven: als Laurise dingen doet, waarbij ze niet (veel) hoeft te praten (verkleden, haar kammen, meekijken bij anderen, tv kijken, tekenen) dan zit ze goed in haar vel, is ze vrolijk, danst ze wat, vraagt ze bevestiging en heeft ze een “open gezichtje”. Als we woordjes oefenen of haar iets willen laten navertellen, dan staat ze snel in de “wachtstand”, kijkt ze moeilijk, gaat ze zachtjes praten, zegt ze “laat maar”, begint ze hoog adem te halen en proberen we haar gerust te stellen. Trainen van de hersenen, hoe vervelend het ook voor haar is, blijft echter onderdeel van de dag. Als een dag 100% is, dan trainen we 20%. In zinconstructies laat Laurise meestal lidwoorden weg en als ze die gebruikt, is het vaak het verkeerde. Meervoudswoorden blijven meestal in enkelvoud en voltooid deelwoorden worden zwak gebruikt als ze sterk zijn of andersom.
In haar uitspraak eindigen de meeste woorden in “..uh”: belluh, speluh, slapuh, paarduh.
Hoewel het op zich vervelend is, huilt Laurise nu gelukkig als ze pijn heeft, als ze is gevallen. Ik herinner mij nog dat ze in Frankrijk een smak maakte waar ik behoorlijk van schrok, maar bij Laurise alleen een verbeten gezichtje zag. Dat klopte niet en dat is nu dus gelukkig anders.
Op sociaal gebied is Laurise meegaand, makkelijk in de omgang en populair op school. Uit de verhalen die Laurise vertelt, maak ik op dat dat voor een deel voortkomt uit het feit dat anderen de baas over haar spelen en zij dat toelaat. (“Laurise, jij bent de baby en ik ben je moeder voor nep”).
De wereldbevolking mag zich gelukkig prijzen dat niet iedereen leidend wil zijn. Op zich dus prima, maar ik vind het belangrijk Laurise te trainen in zelf nadenken met de achterliggende gedachte: Zeg je “ja” om aardig gevonden te worden of omdat het je echt niet uitmaakt of omdat je het zelf leuk vindt? Als iets dergelijks thuis gebeurt (de jongens gebieden haar iets te doen) dan vraag ik altijd aan Laurise “wat wil JIJ?” Inmiddels heeft Laurise geleerd dat Tristan of Dion niet de baas zijn en dat ze ook “nee” mag/kan zeggen en het niet zo erg hoeft te zijn als mensen dan met je in discussie gaan.
De jongens daarentegen wordt geleerd respectvol om te gaan met andermans wensen/grenzen en natuurlijk past dat niet in hun straatje en wordt dat als lastig ervaren.
Nu heb ik wel wat zaken feitelijk eruit gelicht, maar doorgaans gaat het z’n gangetje, vloeien leuke dingen met minder leuke dingen in elkaar over (leuk spelen, ruzie, leuk gesprek, botsing) en hebben we 3 heerlijke kinderen! Wat een rijkdom!