Op het theebuiltje van Sterrenmunt stond de vraag waar ik bij een man of vrouw op let. Dat is voor mij best een lastige vraag, omdat ik veel mensen “scan”. Wat dragen ze qua kleding, is het een statement? de haardracht, de kleuren, de schoenen, hoe is de stem? Wat zegt zo’n persoon? Is het een individu of een naprater? Heeft hij/zij een passie? Kan hij/zij luisteren of luistert hij/zij vooral graag naar zichzelf? Hoe ziet het gebit eruit? Hoe zien de handen eruit? Wat heeft hij/zij te melden? Hoe staat iemand in het leven? Negatief of positief gericht? Hoe lang is hij/zij? Wat maakt hem/haar wel/niet aantrekkelijk? Lacht iemand oprecht of gemaakt? Wat weerspiegelt de houding? Wat vertellen de ogen mij?
Er schieten mij altijd zoveel gedachten te binnen dat ik het lastig vind om antwoord te geven op deze vraag. Als ik mijn scan dan toch per se moet reduceren tot een bepaald punt, dan let ik vooral op handen. Dun, dik, verzorgd, onverzorgd, schone nagels of met zwarte randjes, versierd met wel of geen tatttoo, ringen en welke, gebruind of bleek, nagels geknipt of niet, lange pinknagel of niet, kleur nagels, ouderdom van de handen, zichtbare aderen of niet, pigmentvlekken of niet, afgebeten nagels of geknipte of gevijlde nagels…
Waarom? Misschien zoals de uitspraak: “Toon mij je schoenen en ik vertel je wie je bent.” Ik durf er niet prat op te gaan, maar voor mij geven handen wel een indicatie, een mogelijke richtlijn in de richting van iemands karakter.