In verband met een afspraak met twee ex-collega’s (en hun kids) zijn Laurise en ik vandaag naar het strand gegaan. Het was stralend mooi weer op de Strandweg 1. Laurise was niet erg in haar hum en keek timide toe naar het strandgebeuren (met haar rug naar het gezelschap). Op een gegeven moment hoorde ik een ex-collega tegen Laurise zeggen dat ze haar schoenen best mocht uitdoen, waarop Laurise aan de slag ging. Ze had één schoen uit, toen ik inbrak met de mededeling dat we dat niet gingen doen. Laurise trok de schoen weer aan en bleef weer stoïcijns voor haar uit staren. Gelukkig vroeg de betreffende ex-collega waarom ik dat had gezegd. Ik besef dat het een onschuldige vraag/opmerking lijkt, maar niemand dan Paul of ik mag Laurise de opdracht geven iets uit te doen. Laurise kent immers deze vrouw niet, dus moet ze eerst aan Paul of mij vragen of de “opdracht” ok is. De ex-collega reageerde begripvol en ik kan begrijpen dat er niet wordt stil gestaan bij de impact van een ogenschijnlijke onbelangrijke vraag/mededeling. Na de lunch was Laurise ontdooid en wilde ze gaan spelen. Helaas was voor ons de tijd aangebroken weer huiswaarts te keren om Wessel uit te laten.
’s Avonds zijn we naar het Stadsdeelkantoor gegaan om daar een begin te maken van het omzetten van de adoptie naar Nederlands recht (lees: de laatste stap om bij allerlei gemeenten – waar we getrouwd zijn, waar de kids geboren zijn, waar wij geboren zijn enz. – formulieren te vergaren… bléhh!). Gelukkig hebben we van de advocaat een overzicht gekregen van wat we allemaal aan documenten nodig hebben, maar onze hobby zal het nooit worden.