Rijstewafel

Tussen de middag haalde ik Laurise op van school om thuis een boterham te gaan eten. De boterhammen waren al kant en klaar in haar lunchbox, omdat Paul zich vanmorgen had vergist. Toen Laurise de box had geopend waren de boterhammen door elkaar geschud. Ik zag dat Paul had bedoeld een bruine boterham met worst en een witte boterham met “plakkies” (is nieuw van Venz). Laurise snapte er geen bal van en ik ordende haar boterhammen. Toen ik tegen Laurise zei dat ze moest opschieten (net als op school) ging het licht uit. Ze ging nog langzamer eten en hoe meer ik zei “Laurise schiet nou op, straks komen we te laat op school” hoe meer vertraging dit opleverde. Om 5 voor 1 had ze nog haar beker melk staan, moest ze nog naar het toilet en vervolgens haar jas aandoen. (Om 1 uur worden we terug verwacht.) Na 10 minuten was Laurise eindelijk van de wc en zei ik tegen haar dat we al te laat waren en dat ze haar jas moest pakken.
Ze ging haar jas niet halen, waarop ik zei “Laurise, alle kindjes zitten al in de klas, dus we zijn te laat. We gaan niet terug naar school. Je hoeft je jas niet meer aan te doen. Ga maar naar de kamer.” Ik legde haar – eigenlijk voor de grap – op de bank. “Wil je soms slapen? Ben je moe?”
Maar heel serieus kreeg ik het antwoord: “Ja, mama”.
“Dan moet je zeggen: “Mama ik ben moe, ik wil eigenlijk slapen.” Ze lag nog geen tel op de bank in haar slaaphouding of ze was vertrokken naar dromenland. Toen ik haar een uur later wakker wilde maken om de jongens uit school te halen, werd ze uit haarzelf wakker. Het korte slaapje had haar goed gedaan. Ze was weer vrolijk, vroeg weer van alles en rende stukjes naar school.

Uit school gekomen, gingen we direct door naar de supermarkt. Op de terugweg aten we allemaal een rijstewafel. Onderweg oefenden we het woord. “Laurise, dit is een rijstewafel.” Een paar stappen verder.. hoe heet deze ook alweer?” Ze ging heel moeilijk kijken, maar ze zei niets. “Laurise, antwoord geven. Hoe heet deze?” Na lang aarzelen “weet ik niet meer”. Ik herhaalde het nogmaals en weer een paar stappen verder “En .. hoe heet deze?” Laurise keek weer moeilijk, dacht na en zei “navel”. De jongens kwamen niet meer bij en ik moest ook een lach onderdrukken, maar ik zei dat ze haar niet mochten uitlachen. Ik wees haar aan waar haar navel zit. “Niet goed. Rijstewafel”. Laurise zei het na. Aan het einde van de straat vroeg ik het voor de laatste keer en weer kwam het antwoord “navel”. “Nee Laurise, r i j s t e w a f e l; je navel zit hier, weet je nog?”

Toen we weer thuis waren vroeg Laurise aan mij of ze met Tristan mocht spelen. “Dat moet je aan Tristan vragen, schat.” Laurise vroeg vervolgens aan Tristan “Mag ik naar jou spelen?” Waarop Tristan haar verbeterde, voordat hij haar meenam naar boven. Na een kwartier had Tristan z’n aandacht voor Laurise verloren, waardoor Laurise er weer verloren bij stond. Ze keek naar de knikkerbaan die Tristan had gemaakt, maar deed er niets mee. Ik zei dat ze naar boven moest gaan om iets anders uit te kiezen, waar Laurise zin in had. Ze kwam terug met haar plastic theepot, waarin allerlei kleine bordjes, bestek en plastic eetgerei zijn opgeborgen. Stuk voor stuk haalt ze ze uit de theepot (kiepert de inhoud dus niet om) en stalt het uit. Verder ging het “spel” niet.

Laurise vindt het leuk om op het aanrecht te zitten en te kijken naar het eten koken. Laurise mag van mij dingen in de sla bijvoorbeeld doen en ze vindt het leuk om daarbij te helpen. Gisteren waren Paul en ik in de keuken bezig en Laurise zat wederom op het aanrecht. Er was voor haar niet veel te doen, dus gingen we 3 woordjes oefenen (gehakt, kaars, kaasschaaf). De woorden werden een paar keer herhaald, maar alleen kaars bleef “hangen”. Ze hield het snel voor gezien en wilde van het aanrecht af. Ze vond het zichtbaar niet leuk dat ze “aan het werk was gezet”, omdat het – zoals bekend inmiddels – een behoorlijke inspanning van haar vergt. Wij gaan er echter van uit, dat praten alleen mogelijk is en makkelijker voor haar wordt als ze haar woordenschat uitbreidt.

Gisteren nam Paul Laurise voor een paar uurtjes mee naar het strand. Toen we ’s avonds aan tafel zaten te eten, stelde ik voor dat Laurise moest vertellen waar ze was geweest. Dion en Tristan wisten dat namelijk niet en oefenen in het navertellen vind ik belangrijk. Het was eigenlijk voor het eerst dat Laurise – na lang aarzelen – haar mond open heeft gedaan tijdens het eten. We vonden het allemaal heel leuk hoe ze haar verhaal uiteindelijk heeft gebracht. Grappig was dat ze zei dat ze geld had gevonden op het strand, maar ze bleek schelp te bedoelen.