Vandaag heb ik Tristan aangesproken op zijn gedrag t.a.v. zijn broer, zijn prestaties op school en zijn houding naar mij. Tristan keek niet, maar tuurde naar zijn telefoon en meldde dat hij nog liever poep at dan naar mij te luisteren om mij vervolgens “kutje” te noemen. Had ik het goed gehoord? Ik liep naar hem toe en vroeg hem om dat te herhalen. Hij provoceerde mij om te melden “sla dan!” en wees een plek op zijn wang aan. Omdat die nooit zou komen, bekende hij dat hij mij “kutje” had genoemd, waarop ik hem naar vader heb laten gaan. Vervolgens heb ik vader geïnformeerd dat hij bij mij geen eten heeft gekregen door zijn gedrag. Puberen mag en herken ik, maar er zijn en blijven grenzen aan wat er tegen mij – in mijn huis – gezegd kan worden.
Ik begreep later van vader dat Tristan niet het hele verhaal had verteld. Hij zou nu van mij verwachten dat ik mijn excuses aanbied, omdat ik hem een loser heb genoemd. Ik heb aan vader uitgelegd dat na al die treiterijen naar zijn broer en zus toe (die zoiets niet verwachten van een bijna 16-jarige broer en er schijtziek van worden) ik hem inderdaad een loser heb genoemd, omdat hij zoiets niet bij zijn vrienden flikt, maar iedere keer zonodig verbaal en fysiek de confrontatie aan moet gaan met hen – for what?! – hij een waffel heeft van hier tot Tokio, maar slecht presteert op school, zodanig, dat hij blijft zitten, dat ik er niks stoers aan vind en hem daarom een loser vind, omdat hij nergens voor gaat en steeds ruzie maakt met “zijn minderen”. Zo had vader het dan weer niet begrepen van Tristan.
Hij reflecteert dan niet en zoekt de schuld altijd buiten hem om.
Hij heeft de traditie doorbroken door niet meer met het “oude” gezin uit eten te willen gaan. Hij trok zijn eigen plan om dat met vrienden te doen. Zover ik weet, hebben vader noch ik daar iets aan bijgedragen als cadeau voor zijn verjaardag. Hij had immers ook zaterdag met vrienden kunnen afspreken. Het zij zo.